
1.500 kilometer fietsen langs de Nederlandse grens
Grensfietsroute wijst de weg
Niko Winkel is een man met een passie voor fietsen. In april 2020 plande hij een fietstocht naar Rome. Daar stak het vervloekte virus-waar-we-het-al-te-vaak-over-hebben natuurlijk een stokje voor, ook dit jaar. Niko maakte van de nood een deugd en besloot dan maar verre fietstochten in het binnenland te maken. De hele Nederlandse grens affietsen leek hem een leuk alternatief voor een Rometocht.
Het idee leefde al tien of twintig jaar in z’n hoofd. Vorig jaar deed hij het: “In juni langs de Groningse grens, in juli de Drentse. In augustus was Overijssel aan de beurt, in september Gelderland. Het was verslavend. En hoewel het inmiddels najaar was geworden… de échte grensprovincie, Limburg, volgde in oktober en het werd alleen maar mooier, deze fietstocht! Het laatste deel, van Maastricht naar de Noordzee, volgde in een heel bijzondere week: de eerste week van november”, schrijft hij op z’n website, “een week met alleen maar zon!”.
Niko Winkel: “Ik ben een liefhebber van fietsen, maar geen fervente wielrenner of zo. Ik neem wel regelmatig een fiets vanuit Groningen naar de Randstad, waar familie en vrienden wonen en ik fietste al eens tot Parijs. Voor 100 kilometer neem ik graag de fiets”.
Grens
De route vertrekt in De Dollard, in de provincie Groningen en loopt helemaal via de Duitse en Belgische grens tot je komt bij de Noordzee in Zeeuws-Vlaanderen, bij Cadzand-Bad. Je rijdt in 17 etappes van elk ongeveer 80 kilometer langs de 1.500 kilometer grens: erop, erover. Langs fietspaden, bospaden, door natuurgebieden en heerlijk ‘ver weg’-boerenland.
Niko Winkel: “Van kindsbeen af heb ik al een fascinatie voor de grens. Dat werd nog eens versterkt door m’n studie sociologie. Er zit iets fascinerends in wat die grens nu eigenlijk is: maatschappelijk, sociaal, cultureel en historisch. Ik kan een halfuur op een grens staan en gewoon mijmeren over de betekenis daarvan”.
Merk je bij grensbewoners een soort connectie, of een relativering van de grens, meer dan bij mensen die in het binnenland wonen? “Dat is iets heel bijzonders. Je zou inderdaad kunnen denken dat de grens nauwelijks bestaat, maar hij bestaat net enorm. Het verschil tussen Belgen en Nederlanders blijft opvallen, ook in de grensstreken. Eveneens de grens tussen Duitsland en Nederland blijft enorm voelbaar. Ondanks het feit dat mensen die er wonen aan de andere kant van de grens gaan tanken, boodschappen doen… Voor de inrichting van hun leven zijn de mensen blijkbaar nog steeds heel erg op hun eigen land, cultuur en gewoontes gericht. Het is ook helemaal niet zo dat mensen nabij de grens beter de taal van de overkant van de landsgrens spreken. In een dorp als Poppel is wellicht de helft van de bevolking Nederlands. Maar als je er in het dorp of in de winkel komt, heeft Nederland daar helemaal niet de sfeer gekaapt of zo”.
“Mijn doelstelling is om zo vaak mogelijk de grens over te steken. Zo zie je ook de verschillen tussen de landen. In België heb je de ruimtelijke wanorde en lintbebouwing, in Duitsland zie je vaak stadjes en dorpjes waar de bombardementen uit de Tweede Wereldoorlog nog sporen hebben nagelaten. Ook grensoverschrijdende industriegebieden, waar de grens helemaal verdwijnt, zijn boeiend. Je vindt ook nog verloren en verweesde grenspalen. In mijn buurt rond Groningen zijn grenspalen soms verzonken in het moeras, of ze staan op enorme fundamenten. Elders kom je honderden jaar oude grenspalen tegen. Een andere verrassing was dat ik op een bepaald ogenblik 25 km naar het Zuiden moest, via hartje Antwerpen, omdat dat de enige plek was waar je de Schelde terug over kon. Zo ontdekte ik ook het spookdorp Doel, of de fortengrens uit de Spaanse Tijd in Zeeuws-Vlaanderen”.

Niko Winkel vond de natuurgebieden aan de grenzen het meest memorabele van z’n route: de Grenswälder in Duitsland, de grote heidelandschappen in de Kempen… . “Je kent natuurlijk de Veluwe en de Ardennen, maar de grensgebieden zijn veel minder bekend. Terwijl er steeds meer natuur bij komt, doordat verschillende kleinere gebieden geleidelijk met mekaar verbonden worden in die grensstreken. Je krijgt zo enorme grensoverschrijdende natuurgebieden”. In dit magazine schreven we bijvoorbeeld al over het Grenspark Maasvallei en het Grenspark Groot-Saeftinghe.
Verkeersveiligheid?
Nederland is bekend als fietsland en voor z’n mooie, veilige fietsinfrastructuur. Vlaanderen is op dat vlak aan een inhaaloperatie bezig, maar het verschil aan beide zijden van de grens is toch nog duidelijk. Ook in Duitsland is de fiets- en wegeninfrastructuur heel wat minder dan in Nederland, zegt Niko Winkel. “Maar de veiligheid op de routes die ik beschrijf is geen probleem en je zit nergens op drukke wegen”.
Naast details op de websites, is er een GPX-versie van de route beschikbaar. Niko Winkel maakt zelf ook gebruik van Strava, de knooppunten en andere elektronische middelen: “Ik vind dat wel leuk om te doen. Ik zet m’n eigen routes ook vaak uit op Wahoo, een populaire fietscomputer bij wielrenners en fietstoeristen. Je kunt zo ook gemakkelijk aanhaken op sociale media en ervaringen uitwisselen”.
Boek
Niko Winkel bereidt ook een boek over de route voor. Wat wordt het verschil tussen het boek en de website? “Ik hoop dat het boek een vliegwiel wordt om meer bekendheid aan de website te geven. Ik heb geen commerciële motieven. Voor mij ligt het succes al in de fietstocht die ik zelf maakte en het opzoekingswerk daarrond. Ik vond het heel fascinerend om allerlei dingen over die grensovergangen op te zoeken. Daarbij dacht ik dat het wel mooi zou zijn om een hele route uit te tekenen en die te delen met andere mensen. Een volgende stap was een boek, om het bij andere fietsliefhebbers bekend te maken. Ik heb me laten inspireren door het concept van het populaire 500 km. lange ‘Pieterpad’, dat eigenlijk als wandelpad bedacht is door twee dames in de jaren ‘50. Dat gaat van Pieterburen aan de Waddenzee tot aan de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Intussen is daar ook een succesvolle fietsversie van. Dat pad komt aan mijn tuin voorbij. Vele ‘Pieterpadlopers’ logeren overigens in mijn tuinhuis, dat als AirB&B ingericht is”.
Het boek verschijnt vooralsnog niet bij een reguliere uitgever. De vormgeving is grotendeels klaar. Ook de teksten zijn omzeggens af. De verdere afwerking zal gebeuren in samenwerking met sponsor GEON (www.geon.nl). Zij vieren een lustrum en zullen 500 exemplaren van het boek drukken voor hun netwerk. “Ik had voor een mogelijke uitgave ook contact met ANWB en het Nederlandse Fietsersplatform. Die waren uiteindelijk niet geïnteresseerd omdat ze zich vooral richten op de fietsknooppuntenroutes, waar mijn route van afwijkt. Waar het kan, neem ik de knooppunten wel mee, maar dat lukt niet altijd langs de grens. Ik moet een hele reeks extra beschrijvingen toevoegen”.

Fietstype
Alle etappes krijgen een A- en een B-route. De A-route blijft op het asfalt en volgt vaker de knooppunten. De B-route is de ultieme grensfietsroute, met veel stukken over natuurpaden óp de grens. De B-route is niet altijd geschikt voor bijvoorbeeld zestigplussers met elektrische fietsen. Zo zijn er aan de oostgrens heel wat paden langsheen houtwallen of doorheen bossen, die niet zomaar door iedereen gefietst kunnen worden. Vooral de Kalmthoutse heidegebieden vragen wat extra fietservaring en -uitrusting. Niko Winkel fietste zelf met een goed uitgeruste Koga-toerfiets met smalle banden. Die had hij had met de Romereis in het achterhoofd aangeschaft.
Overnachten deed hij soms in een tent, soms bij AirB&B’s, soms bij andere fietsliefhebbers die aangesloten zijn bij ‘Vrienden op de Fiets’ en die thuis goedkope slaapplaatsen aanbieden.
Door Peter Thoelen
Meer informatie: www.grensfietsen.nl