[29 juni 2020] Een bord bij het Meerstalblok, middenin het Bargerveen, verwijst naar een huisje dat totaal vervallen en verkrot is: hier had ene Jan Uneken, een boertje, honderd jaar terug, gewoond. Ik zie het huisje echter niet. Op een foto op het bordje staat het huisje er nog redelijk bij. Wikipedia weet raad: in 2018 was er een blikseminslag, het huisje verbrande en werd verwoest. Jammer.
Ik zie hier op borden staan, dat ik op 17 meter hoogte boven NAP ben. Dit hoogveengebied is dus echt een stuk hoger dan het omliggende land.

Verder lees ik op het informatiebord dat de belangrijkste activiteiten van de mens in deze omgeving zijn begonnen na de middeleeuwen. Deze activiteiten bestonden hoofdzakelijk uit het laten begrazen van de droge beddingen van de veenstromen de Runde, de Ruhle, de Ellenbeek en de Bargerbeek en aftakkingen van deze stroompjes door schapen en jongvee. De veenstromen lagen op de contactzones van de diverse veencomplexen en waren meestal gesitueerd op de hoge ruggen van de zandondergrond. Naast beweiding werd plaatselijk op het veen boekweit verbouwd. Hiervoor moest het veen eerst worden gebrand. Voor deze eerste landbouwactiviteit was het ook nodig de waterstand omlaag te brengen, hetgeen tot gevolg had dat het gebied droger werd.
Door het graven van kanalen, wijken en raaien werd de afwatering steeds verder bevorderd. De eerste Bude (veenkeet) is in de omgeving van het Zwarte Meer gebouwd rond 1862. Ook vindt in deze periode bewoning plaats van de dekzandrug ten noorden van het Schoonebeekerdiep. De eerste bewoners waren kleine boeren afkomstig uit de Duitse grensdorpen en uit Overijssel en Friesland. De Groningers zijn in Barger-Compascuum blijven steken. Vanaf 1870 werd de boekweitbrandcultuur intensief beoefend.

Het Huussie van Uneken is gebouwd door Jan Uneken rond 1943 en het is bewoond, met het hele keuterboerengezin, tot 1967, zonder gas, water en elektriciteit.
In 1968 is het aangekocht door Staatsbosbeheer. In de buurt van het, nu dus helaas verdwenen, huisje tref je meerdere sporen van vroegere bewoning. Kleine graslandjes, de vroegere boekweitakkers, kleine verveningsgreppels overgroeid door metershoge berken, oude turfdepots en hier en daar fruitbomen.
Op internet is een interessante minidocumentaire uit 2015 te vinden met filmbeelden van het huisje en een interview, in plat-Drents, met de zoon van Uneken, die hier in dit huisje is opgegroeid.
Op het bordje staat verder nog dat Staatsbosbeheer plannen heeft met ’t huisje; het bord is duidelijk van vóór de blikseminslag van 2018. Het had het huisje geschikt willen maken voor zoveel mogelijk insecten door het aanbrengen van zogenaamde nesthulpen. Jammer, dat de bouw van dit mega-insectenhotel, of Hans-en-Grietje-huis voor insecten, dus niet is doorgegaan.
Gebruikte informatie
* Informatie van informatiebord ter plekke.
* Filmpje met interview met zoon van Uneken, 2015, YouTube