Het land van Saeftinghe was tussen de 14e en 17e eeuw een vruchtbare polder. Er kwamen wat grote stormen overheen. In de Tachtigjarige Oorlog zijn de overgebleven dijken doorgestoken. Zo is het land van Saeftinghe (Saeftinghe was een dorp met zelfs een kasteel erbij) ‘verdronken’.

[7 november 2020] Op de dijk is het ineens stil en heel overzichtelijk. Voor me de natuur van de polders ten zuiden van het Verdronken Land van Saeftinghe, daar waar de Schelde uitkomt in de Westerschelde en linksaf naar zee gaat. Aan de Nederlandse kant van de grens ligt de Hedwigepolder; aan de Belgische kant de Prosperpolder.
Deze polders zijn dus de inzet geweest van de natuurontwikkeling die als compensatie voor de uitbreiding van het havengebied beloofd is. In Nederland is hiertegen flink wat te doen geweest, dit ging tot aan de Hoge Raad: boeren moesten ophoepelen van hun land.
Ik wil eigenlijk tot bij de grenspaal naar het noorden langs de dijk. De grenspaal die hier staat is namelijk de paal precies ‘tegenover’ de grenspaal die ik de vorige dag ’s middags bezocht toen ik vanuit het oosten bij de Schelde uitkwam. Maar ja, dat gaat nu dus niet lukken, zo lees ik op de informatiebordjes: wegens de natuurontwikkelingswerkzaamheden is het tijdelijk niet mogelijk verder te fietsen. ‘Hier wordt gewerkt aan het Grenspark Groot Saeftinghe!’

Ik word langs de zuidkant van de grens richting Prosperdorp omgeleid. Op de dijk staat een complexje van keten met daarin een ‘informatiepunt’, maar dat is nu niet open (corona).
De natuur is ‘in ontwikkeling’. Over een aantal jaren hier maar eens terugkomen dus. Nu zie ik vooral veel zandhopen en moddergaten. Gek, er zit toch ook een soort van tegenstelling in ‘natuurontwikkeling’. Natuur staat voor ‘niet van de mens; los van de mens’, maar alles waar die ontwikkeling van rept: actie van de mens. Heel goed bedachte en overdachte ‘actie’. We ‘helpen de natuur een handje’.
In de buurt van de grens rijd ik vervolgens over polderwegen naar het zuidwesten. Het is niet echt mooi hier; ’t is vooral op de boerenproductie gericht.

‘Járen later dan gepland, maar eindelijk zijn de werkzaamheden voor de ontpoldering van de Hedwigepolder dan toch echt begonnen. Afgelopen maandag, 2 maart, is gestart met het graven van geulen in de 300 hectare grote Zeeuwse polder. Vogelbescherming is blij dat het getij er over een aantal jaar weer z’n invloed kan hebben.’ Vogelbescherming Nederland meldt dit op 3 maart 2020.
De representanten van de boerenstand kijken er anders tegenaan: ‘Het is de teloorgang van een bepaalde manier van boeren, van een boerenstand. Die wordt gewoon weggevaagd.’
Bijna een decennium lang was de Zeeuws-Vlaamse polder onderwerp van nationaal debat, en van een hoogoplopende ruzie met de Vlaamse buren. Hij moest, als onderdeel van een deal over verdieping van de Westerschelde, onder water. Toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Karla Peijs zette op 21 december 2005 de handtekening die het lot van de polder bezegelde. Toen Nederland en Zeeland in de gaten kregen waarvoor nu eigenlijk getekend was – het ‘weggeven’ van prachtige landbouwgrond – bleek het al te laat. De Vlamingen bleken onvermurwbaar. Wat er ook geprobeerd werd (traineren, afspraken niet nakomen, naar Brussel stappen), wie er ook van stal gehaald werd (Jan-Peter Balkenende, Mark Rutte): het hielp allemaal geen zier.

De heftigheid van het publieke debat is al een tijd geleden verstomd. Desondanks ging het achterhoedegevecht, met vertragingen tot gevolg, ook de laatste jaren nog door. Deze strijd werd vooral door de voormalige eigenaar, een rijke familie uit Wallonië, gevoerd. Zij zien vooral de Vlamingen als tegenstander: zíj hebben alles veroorzaakt. Zíj hadden het grootste belang: compensatie voor de groei van de havens in Antwerpen. De Nederlanders zijn er gewoon ingeluisd.
Maar ja, ’t is maar welke agenda je hebt. De vogelaars denken er heel anders over.
Restanten van de in de 16e en 17e eeuw door de stormen verdwenen dorpen worden soms nog teruggevonden. Door het schurende effect van het water van de Schelde komen restanten van huizen en kerken soms even bloot te liggen.
Een Duitse graaf, Prosper van Arenberg, is in de 18e eeuw begonnen met het inpolderen van een gebied ten zuiden van het ‘verdronken land’. In de nieuw ontstane polder werden de straatnamen genoemd naar familieleden van de graaf. Hedwige, de naam van de polder, was de voornaam van een kleindochter. Het dorpje, pal op de grens, heet Prosper(dorp).
Tot in de jaren ‘50 bestonden plannen om het Verdronken Land van Saeftinge in te polderen. Dat is niet gebeurd. In 1975 kreeg het Verdronken Land van Saeftinghe de wettelijke status van staatsnatuurmonument. De Staat der Nederlanden droeg toen het beheer over aan stichting Het Zeeuwse Landschap. De Hedwigepolder, net zuidelijk van het ‘verdronken land’, werd in 2005 speelbal in het politieke spel rondom natuurcompensatie.
In het Belgische deel is men al enige jaren geleden begonnen met de werkzaamheden. In het Nederlandse deel dus, (uit)eindelijk(!), in maart 2020. Inmiddels wordt de koepel over deze natuurontwikkeling het ‘Grenspark Saeftinghe’ genoemd. Het grote grensoverschrijdende natuurpark reikt tot aan de kerncentrale bij Doel.
Het Verdronken Land van Saeftinghe is het grootste brakwaterschorrengebied van Europa.
= =
NRC, 31 oktober 2021: Hedwigepolder: vroeger mooie vennetjes, straks vervuilende chemische stoffen
[Ontpoldering] De Zeeuwse Hedwigepolder zou onder water worden gezet om te voldoen aan Europese milieueisen. Nu dreigt het gebied ernstig vervuild te raken. (Lees verder op de NRC-website)
Gebruikte informatie:
* Vogelbescherming Nederland, ‘Eindelijk start natuurherstel Hedwigepolder’, 3 maart 2020
* De schop is eindelijk in de grond, Trouw, 9 september 2020
* Prosperpolder, Wikipedia
* Verdronken Land van Saeftinghe, Wikipedia
* Hertogin Hedwigepolder, Wikipedia
* Bezoekerscentrum Verdronken Land van Saeftinghe
* Zeeland.nl – het Hedwige-Prosper project
* Grenspark Groot-Saeftinghe
* Ooit de belangrijkste polder van Nederland, nu gaan de Belgen er los, Tubantia, 19 december 2018