Het is de moeite waard om een kleine omweg te maken door het oude stadje IJzendijke (2500 inwoners). Bij de grensovergang Veldzicht, tussen IJzendijke en Watervliet, staan langs de Watervlietseweg nog douanegebouwen.

[8 november 2020] Verder over de grenswegen door vlak land waarbij de polder net zo goed, als je niet beter wist, een heel stuk nieuwer zou hebben kunnen zijn. Door het buurtje met de aparte naam Maagd van Gent kom ik weer op de grensdijk. Eertijds was hier een herberg met die naam. Verderop weer lange dijken, soms met meerdere rijen hoge abelen erop.
Veelal fiets ik bovenop de dijk, meestal op een betonnen weg. Niet per se een fietspad, daarvoor is ’t te breed. Maar auto’s kunnen hier ook moeilijk passeren: naast het pad loopt de dijk af.
Ook IJzendijke lag oorspronkelijk aan de oever van de Braakman. Het was in de middeleeuwen een welvarend handels- en havenstadje dat rond 1280 zelfs behoorde tot het Londense Hanzeverbond. De opbloeiende lakenweverijen in Vlaanderen verkochten hun producten namelijk overwegend in Engeland en vervoerden hun handelswaar onder meer via de haven van IJzendijke. De handelaren exporteerden ook Rijnwijnen en brachten wol, tin, lood, huiden en bont uit Engeland mee terug. Het plaatsje verkreeg in 1303 stadsrechten en wordt nog steeds een stad genoemd.

IJzendijke heeft door de eeuwen heen veel beroering gekend door bedreiging door de zee en overstromingen, maar ook doordat het altijd in de frontlinie tussen de Staatsen en de Spanjaarden, en later de Fransen, lag.
Na de Eerste Wereldoorlog maakte België aanspraak op Zeeuws-Vlaanderen. Koningin Wilhelmina heeft in die periode driemaal een bezoek gebracht aan IJzendijke, vooral om het Nederlands bewustzijn in Zeeuws-Vlaanderen te voeden. De boot waarmee de koninklijke familie de bezoeken bracht, de Hydrograaf, zien we nog ieder jaar: het is Sinterklaas’ Pakjesboot nummer 12, gebouwd in 1911.
In die periode ontstond ook het informele Zeeuws-Vlaamse volkslied:
Van d’Ee tot Hontenisse
Van Hulst tot Cadzand
Dat is ons eigen landje
Maar deel van Nederland
Het laatste krijgsgeweld waar IJzendijke mee te maken kreeg is van jongere datum, namelijk van oktober 1944. Door de strijd om de Westerschelde tussen de Duitsers en de geallieerden (Operatie Switchback) kwam Ijzendijke opnieuw in de frontlinie te liggen. De schade was enorm. Het oorspronkelijke karakter van het stadje is weer zoveel mogelijk in oude luister hersteld.

Museum Het Bolwerk in IJzendijke toont hoe de bewoners van de Zeeuws-Vlaamse grensstreek zich in de loop der eeuwen verdedigden tegen vijandige aanvallen. Het verhaal begint bij het Romeinse castellum in Aardenburg en eindigt bij de bunkers van de Tweede Wereldoorlog. Het zwaartepunt van de collectie ligt op de Staats-Spaanse Linies, een uniek complex van vestingsteden, forten, schansen en linies. Uniek, omdat hier een deel van de ontstaansgeschiedenis van Nederland nog zichtbaar en tastbaar in het landschap terug te vinden is.
Ietsje zuidwestelijk van IJzendijke verandert het. Daar gaat de grens naar het zuiden en houden de poldergrensdijken op. Op zich zijn her en der wel dijken, maar de grens gaat ineens heel anders, grilliger, lopen. Op de kaart zie ik, dat de grens hier oude waterlopen volgt. Die zijn vaak binnen een halve kilometer van me. Zo rijd ik enigszins kronkelend naar het zuiden, met aan de horizon tegen de zon het silhouet van de grote kerk in het Belgische Sint-Margriete.

Totaal niet relevant voor dit verhaal maar wel leuk om te vermelden: als je op de weg in België een verkeersdrempel tegenkomt, dan noemen ze het een ‘verkeerskussen’. Reparaties heten hier ‘herstellingen’. En als ze bij de boerderijen uien in de aanbieding hebben, dan staat er ‘ajuin’. Als je even voorbij je eigen gewoontes probeert te komen, dan kun je je best voorstellen, dat ‘ui’ eigenlijk een erg lelijk woord is..
Gebruikte informatie
* Maagd van Gent, Wikipedia
* IJzendijke, Wikipedia
* Museum Het Bolwerk, over de Staats-Spaanse Linies, IJzendijke