[10 september 2020] Midden in Beek is de afslag naar Berg en Dal, waar je met de fiets steil omhoog gaat. Het is slechts 1,2 kilometer naar boven, maar het is een heftige klim. Boven aangekomen is de ervaring enigszins onbevredigend, want daar heb je totaal niet het ‘on top of the mountain’-gevoel. Je bent gewoon in het centrum van een dorp, met een drukke autoweg, de Oude Kleefsebaan. Tja, je bent ook ‘slechts’ 92 meter boven NAP! Het doel is nu: de Duivelsberg. Daar wil ik de uitspanning zoeken om wat te eten en te drinken.

Deze Duivelsberg is het enige stuk van oudsher Duitse grond, dat niét in 1963 aan Duitsland is teruggegeven. Daar heeft een Tweedekamerlid, dhr. Van der Goes van Naters, persoonlijk voor gezorgd. De Duivelsberg is een prachtig heuvelbospark, met veel grote loofbomen en een pannenkoekenrestaurant met een groot terras vlakbij de top. Je kunt op de Duivelsberg een mooie wandeling maken, met op de top de motte waar de burcht De Mergelp heeft gestaan, met fenomenaal uitzicht op de laagte van de Duffelt.
De geschiedenis van de Duivelsberg begint kort na de stichting van de Romeinse vesting Noviomagus, het huidige Nijmegen. Al vrij snel bleek de zichtverbinding tussen Nijmegen en de volgende grotere vesting, Kleef, gebrekkig en was een extra uitzichtpunt noodzakelijk. Hiervoor koos men voor de hoogste heuvel in de omgeving die een goed zicht had op de Klever Berg, dit was de Duivelsberg. Op de top ontstond de burcht Mergelp.
Vanaf de late middeleeuwen behoorde de Duivelsberg, destijds Wylerberg geheten, met de burcht Mergelp, toe aan het onder Kleef vallende Kranenburg. Vanaf de 19e eeuw viel het onder de gemeente Wyler. In 1949 kwam Mergelp met andere delen van de gemeenten Wyler en Zyfflich door de naoorlogse grondcompensaties onder Nederlands beheer te staan.

We hebben hier te maken met een interessant stukje na-oorlogse grensgeschiedenis. Oorspronkelijk liep de grens verder naar het noordwesten. De grens liep tot in Berg en Dal en daalde daar in het Keteldal af naar de Ooijpolder. In het Keteldal staat nog steeds de bekende vierarmige wegwijzer met de tekst ‘Laat vriendschap heelen, wat grenzen deelen’.
In 1949 kreeg Nederland een aantal stukjes Duitsland als oorlogscompensatie. De aanvankelijke annexatiewensen waren veel ambitieuzer maar meer zat er diplomatiek niet in. In 1963 werd alles weer teruggegeven (of eigenlijk: terugverkocht), behalve deze plek. Een klein gedeelte bleef definitief in Nederlandse handen en hier schoof de grens tussen de grenspalen 630 en 642 definitief naar het zuidoosten op. De oud-PvdA-voorman Van der Goes van Naters, die hier woonde, beweert dat dit natuurgebied op zijn voorspraak Nederlands bleef. Hij was één van de leden van het naoorlogse Nederlands Comité voor Gebiedsuitbreiding.
In 2001 dacht hij er heel anders over (van de Goes van Naters is meer dan 100 jaar oud geworden), maar in 1945 voelde hij wel degelijk voor annexatie. ‘Vlak na de bevrijding vond iedereen het eigenlijk: Duitsland heeft ons zo vernederd, daar moeten ze een vergoeding voor geven.’ Aangezien Duitsland aan het einde van de oorlog nog berooider was dan Nederland, zat financiële compensatie er voorlopig niet in. Er was dus maar één oplossing: land.
Van der Goes: ‘De Duitsers waren voor mij – na vier jaar gevangenschap – een onplezierig soort volk en ik vond dat ze best een stuk land konden afstaan aan Nederland. Als straf, maar ook omdat we toen meenden dat Nederland overbevolkt was. Nu is de bevolking zowat het dubbele van toen en nu zeggen we dat niet meer.’ Naarmate de tijd verstreek nam de animo voor annexatie af, ook bij Van der Goes: ‘Ik ging het zelf ook als iets buitenissigs voelen.’
De annexatie liep uit op een mislukking. Nederland moest de in 1949 geannexeerde gebieden Elten en Tudderen in 1963 weer teruggeven aan Duitsland. Eén klein gebiedje heeft Nederland gehouden, zuiver en alleen dankzij de inspanningen van Van der Goes van Naters. Het ging om de Duivelsberg.
Tot 1949 was dit Duits grondgebied, maar de weinige mensen die hier woonden spraken Nederlands en er kwamen meer recreanten uit Nijmegen dan uit Duitse naburige plaatsen. Het leek dus een logische stap om het gebied als ‘grenscorrectie’ bij Nederland te voegen.
Toen de Duivelsberg in 1963 terug naar Duitsland dreigde te gaan, kwam Van der Goes van Naters, zelf een Nijmegenaar, in verzet. Hij drong er bij de betrokken politici op aan om bij de teruggave van de grensgebieden een uitzondering te maken voor dit natuurgebied, ‘hoeveel hadden de Duitsers niet opzettelijk van ons natuurpotentieel vernield!’.
Staatssecretaris Van Houten maakte op aanraden van Van der Goes een fietstocht door het gebied en gaf zich gewonnen: voor zo iets moois moesten we toch maar een uitzondering maken. Vanzelfsprekend waren de Duitsers minder blij met deze ontwikkeling. Van der Goes kreeg een uitnodiging om te dineren bij de Duitse ambassaderaad, die hij goed kende. De ambassadeur bleek ook aanwezig te zijn. Tijdens het dessert zei hij: ‘Lieber Herr Van der Goes, moét dat nu zo met die Duivelsberg? Er wonen 3000 Duitsers.’ Dat bleek een groot misverstand: op de Duitse kaart stond een verkeerd aantal inwoners aangegeven. Van der Goes wist de ambassadeur ervan te overtuigen, dat er in werkelijkheid maar drie Duitse gezinnen op de Duivelsberg woonden. Toen was de zaak in één keer geregeld: Nederland mocht zijn Duivelsberg houden. Van der Goes: ‘Het spijt me dat ik het zeggen moet, maar uitsluitend door mijn tussenkomst. U kunt het vragen aan de boswachter!’.
Gebruikte informatie
* NPS – De Oorlog, tv-serie, interview met Van der Goes van Naters
* Grenspalen.nl, virtueel langs de Duitse grens, grenspalen 631-643
* Duivelsberg, wikipedia
* Mergelp, wikipedia