91. Lagewald – de Duitse schuur op het erf

[10 september 2020] Vervolgens ga ik de Duivelsberg weer af naar de Oude Kleefsebaan richting Wyler, het dorpje op de grens. Wyler is een Duits dorpje, maar pal tegen de zuidwestelijke kant van de bebouwing ligt de grens. Aan de Hollandse kant ligt een soort van lintbebouwing tegen de grens geplakt. Ietsje verderop, bij het begin van Lagewald, kom ik uit op een hele vage grens.

Een boerenpad leidt hier naar een ijzeren hek. Het voelt alsof je hier aanwezig bent op het erf van iemand. Maar welke iemand dan? Pal naast deze plek grenzen nette tuintjes aan elkaar: de een in Duitsland, de ander in Nederland. Van grenspalen zijn hier geen sporen te bekennen. Ietsje terug nog wel, daar trof ik de grenspalen nog nèt boven ’t maaiveld onder een ligusterhaag die om een achtertuintje leidt.

De grenspaal midden op het erf
De grenspaal midden op het erf

Een kleine kilometer verderop, aan Lagewald, kom ik uit bij de boerderij op nummer 6, waar de landsgrens dwars over het Nederlandse erf loopt en één schuur tot een Duitse schuur bombardeert. Ik fiets het erf even op en zie dat er een dame op het buitenterras zit. Ik zeg haar vriendelijk gedag en zij groet me terug. Dan komt er een oudere man, in overall, naar buiten.
De paal staat werkelijk midden op het erf, dus niet eens pal langs de grote, relatief nieuwe, schuur die hier met z’n kont op ’t erf staat: de deuren van deze schuur zijn aan de andere kant en komen uit op een stuk Duits boerenland. Om de schuur heen, aan de Duitse kant van de grenspaal, is het terrein in gebruik van deze Nederlandse boer. Hij vertelt me dat het altijd al zo is geweest en dat het verder onbesproken is. De exacte landsgrens is dus helemaal geen issue. Hoe het voor de oorlog was, dat is hem ook niet geheel duidelijk. Maar na de oorlog hebben hier verder geen grote hekken of iets dergelijks gestaan. Er werd hier dan ook flink gesmokkeld. Ook met deze schuur (of een voorloper daarvan): het vee ging er aan de ene kant in en kwam er aan de andere kant, in het buurland, weer uit. Er was hier ook een kippenboer die tien maal zoveel eieren verkocht dan z’n kippen eieren konden leggen.

Er zijn veel anekdotes op te tekenen over deze plek. Maar de boer doet er erg luchthartig over, alsof ’t allemaal erg ‘onbelangrijk’ is. Hij zegt: ‘mensen uit het westen, mensen uit de steden, doen er vaak heel gefascineerd over, maar in de praktijk stelt ’t allemaal niks voor hoor’. Hij heeft veel contacten met de Duitsers. Als ze allemaal plat praten, dan spreken ze bijkans hetzelfde taaltje. Hij is lid van de plaatselijke schuttersvereniging en ze hebben vaak evenementen met andere verenigingen, zo ook met de schuttersvereniging in het Duitse Wyler.

Hoe loopt de grens hier dan verder, vraag ik ‘m. Hij wijst ’t land in, daar voorbij die bosjes en dan weer naar dat andere veld daarachter, heel grillig is-ie hier.

Gebruikte informatie
Eigen tekst, geen verwijzingen