[6 oktober 2020] Daarna begint de grote tocht óver de grens en dóór het natuurgebied. Werkelijk: ik fiets zo’n 20 kilometer òp de grens, door het bos, over een halfverharde bosweg met twee sporen. Later vaak één spoor, een bospad. Handen aan het stuur, want het is soms drassig en modderig. Halverwege zit ik zelfs even op een plek waarvan ik denk: oei, kom ik hier wel goed doorheen?! Maar het stelt niks voor, ik zie weer een pad in het vervolg en daar is het ineens weer veel beter fietsen. Aan mijn rechterhand gaat het soms 10 tot 15 meter steil naar beneden en soms heb ik een doorkijkje naar het open landschap aan de westzijde. Niemand zie ik hier, helemaal niemand. Wat een geweldige fietservaring!
Op een informatiebord middenin het bos, Holtmühle, tref ik de volgende informatie: ‘Zo’n drie miljoen jaar geleden, in het Tertiair, heeft de Rijn hier klei afgezet. Twee miljoen jaar later hebben Rijn en Maas daar lagen zand en grind overheen gelegd. Nog weer later heeft de Maas er een laagte in uitgeslepen tot zo’n 20 meter boven zeeniveau: het Maasdal. U staat hier op het hoogterras, een meter of vijftig boven zeeniveau. Tussen het Hoogterras en het Middenterras is de steilrand ontstaan.
De oude Tertiaire klei ligt er nog steeds, op 16 tot 25 meter onder de grond, en is zeer geschikt voor dakpannen. De Romeinen wisten dat al en ook de latere bewoners hebben er dakpannen van gemaakt. Na 1920 zijn de grofkeramische fabrieken gekomen, die er tot op heden dakpannen van produceren.
De klei zit vol fossiele resten van planten en dieren uit het Tiglien (2,5 tot 1,8 miljoen jaar geleden). Tegelen is naar deze tijdsperiode genoemd. Er leefden hier toen bevers, neushoorns, hyena’s, apen, beren en olifanten.’

Omdat de klei diep ligt, wordt eerst tot diep het zand en grind uitgegraven. Het wordt industrieel veredeld voor beton en asfalt. De daarna gewonnen klei gaat naar de dakpanfabrieken in Tegelen. In de ontstane groeves worden waterpoelen aangelegd, zoals de Wambach- en de Maalbeekgroeve. Die liggen ietsje westelijk van de grens. De groeve in Belfeld is nog in gebruik. De groeves zijn bij elkaar zo’n 80 hectare groot en na exploitatie wordt nieuwe natuur ontwikkeld (ze nu opgenomen in de Ecologische Hoofdstructuur).
Het Hoogterras is een uitgestrekt wintereiken-beukenbos en het Middenterras is door zijn afwisselende natheid meer het domein van elzenbroekbossen en struweel. De verschillende stukken bos dragen verschillende namen; eerst Holtmühle, daarna Heidemoore, het Brachterwald en bij Swalmen kom je in het Elmpter Wald.
Het gebied maakt onderdeel uit van het Nederlands-Duitse natuurpark Maas-Schwalm-Nette. Het Grenspark is 50 kilometer lang en met een maximale breedte van 25 kilometer behelst het een oppervlakte van ca. 80.000 hectare. Het bosgebied, waarvan je hier door het hart fietst, beslaat zo’n 10.000 hectare.
De Nederlandse gemeente waarin het natuurpark ligt heet Beesel, hoewel Reuver veruit de grootste kern van deze gemeente is; het dorp Beesel ligt hier een stukje zuidwestelijk van, dichtbij de Maas. In mei 2019 hebben de gemeente Beesel en de aangrenzende Duitse gemeente Brüggen een strategische samenwerkingsovereenkomst getekend. Het doel is om als buurgemeenten structureel te werken aan zaken als toerisme, bedrijfsontwikkeling, cultuur, sport, onderwijs en jeugd, administratie, transport en duurzaamheid. Na mei 2019 zijn allerlei grensoverschrijdende projecten en bijeenkomsten geweest zoals een gezamenlijke ondernemersbijeenkomst, een bijeenkomst van verenigingen om elkaar beter te leren kennen en een scholieren-theaterproject. Dit zijn de eerste stappen in een structurele samenwerking. Helaas is vanaf voorjaar 2020 alles weer even op een laag pitje gezet: de grens zelf kreeg als gevolg van het coronavirus weer een deel van de oude betekenis en werking terug.

Op de plek waar de grens een scherpe bocht naar het oosten maakt tref je een aantal grafheuvels. Er waren er vroeger nog meer. Eén van de overgebleven heuvels ligt precies op de plek waar de grenspaal 425 nu staat. Het is vroeger ook de plek geweest waar mensen werden opgehangen of onthoofd. Op een paneel kun je lezen, hoe het in 1651 is gegaan met de veroordeling en terechtstelling van dienstmeid Grietje die haar baby zou hebben verstikt na door verkrachting zwanger te zijn geworden. Ter herinnering staat hier nu een paal met een rad erbovenop, precies zo eentje als waarop Grietje, na onthoofding, werd vastgebonden.
Pas bij de grensovergang Swalmen (An der Schwalme) ben ik weer in de bewoonde wereld. Daar is een café, met de naam ‘Café aan de grens’. Het riviertje de Schwalm meandert dat ’t een lieve lust is. Al het landschap er omheen is mooi. Bosranden, houtwallen, boerenpaadjes, grote grenspalen in de berm, houten hekken, prikkeldraadhekwerk, eenzame bomen in de wei, lanen met eiken en met lindes. Her en der een boscafé. En dan weer een verloren grensovergang met verlaten gebouwen.
Ik kan echt opmerkelijk vaak bovenop de grens fietsen, ook als het eigenlijk niet wordt aangegeven dat hier een fietspad is. Ik draai de redenering om: als ik zie dat het verboden is voor auto’s en voor brommers – dat bord zie je vaak – dan kan ik er vast met m’n fiets wel in!
Gebruikte informatie
* Natuurpark Maas-Schwalm-Nette
* Strategisch partnerschap Beesel-Brüggen
* De rivier Swalm, wikipedia