112. Nationaal Park de Meinweg

De naam ‘Meinweg’ heeft niets te maken met de Staatsmijn Beatrix (die ooit in dit gebied gegraven werd) maar komt van ‘Gemeyne Weide’; het vroeger gezamenlijk gebruiken van de grond en de bomen. Door toenemende bevolkingsdruk en de behoefte aan materiaal ontstonden steeds meer strubbelingen en kleine ruzies. Napoleon verdeelde daarom het gebied in 1807 over de 14 dorpen die gezamenlijk eigenaar waren.

Langs de noordkant van de Meinweg
Langs de noordkant van de Meinweg

[6 oktober 2020] Vanaf het noordelijke deel van de Meinweg volg ik de contouren van de grens nauwgezet. Het lijkt vanaf een afstandje op de kaart net alsof ik de hele tijd op de landsgrens heb gereden. Da’s niet helemáál het geval, maar wel min of meer. Het is lekker oerachtig geaccidenteerd heidelandschap, met veel vliegdennen ertussen.
En in de mooie laanachtige paden veel grote eikenbomen. Ik kan hier eindeloos doorfietsen. Het is een enorm uitgestrekt landschap. En ook hier: stiller dan stil! Ik kom alleen wat mountainbikers tegen. Het is ook niet héél eenvoudig voor ’n toerfietser met aardig wat bepakking, vooral niet nu het zo drassig en modderig is. Maar het is best te doen; ik fiets lekker door.

Sinds 1995 is De Meinweg één van de 20 Nederlandse Nationale Parken. Het gebied wordt langs drie zijden omsloten door Duitsland. De Meinweg bestaat uit een, voor Nederland uiterst zeldzaam, terrassenlandschap met steile overgangen tussen deze terrassen. Het hoogste punt in het gebied is het Wolfsplateau en ligt circa 80 meter boven NAP. Het landschap is in de loop van tienduizend jaren ontstaan door inschuring van het water van de Maas en Rijn in combinatie met drie breukvlakken in de aarde die door het nationaal park lopen (o.a. de Peelrandbreuk).
De Meinweg wordt dwars doorsneden door twee beken, De Rode Beek en de Boschbeek, die het water van de plateaus naar de Roer voeren. De Meinweg is een uniek landschap met (verspreid over ruim 1.600 hectare) heide- en grasvelden, beken, poelen en uitgestrekte bossen.

Heide in het Nationaal Park de Meinweg
Heide in het Nationaal Park de Meinweg

In het park bevindt zich ook de Staatsmijn Beatrix. Dit was de laatste Nederlandse steenkolenmijn die gebouwd werd. De bouw startte in 1954 in Herkenbosch en werd in 1962 stilgelegd toen er een diepte was bereikt van 710 meter. Deze mijn, aangelegd door DSM, is nooit in gebruik genomen. Tijdens de bouw van de schachten werd duidelijk dat aardgas en aardolie de rol van steenkool zouden overnemen: mijnbouw in Nederland was niet meer rendabel.

Aan de zuidoostkant van De Meinweg stond tot recent het neoclassicistische gebouw van het klooster St.Ludwig. Het is afgebroken en daarvoor in de plaats komt geleidelijk het centrum voor de Meru-organisatie. Zie het aparte verhaal hierover.

De voormalige vrachttreinverbinding, die bekend is geworden onder de naam IJzeren Rijn, gaat dwars door De Meinweg. Ook hieraan is een apart verhaal gewijd.

Het Nationaal Park heeft aan de westzijde een uitgebreid bezoekerscentrum, De Boshut genaamd. Vanuit het bezoekerscentrum worden veel activiteiten georganiseerd, onder meer door Staatsbosbeheer.

Gebruikte informatie
* De Meinweg op wikipedia
* Nationaal Park De Meinweg
* De Boshut, bezoekerscentrum De Meinweg