132. Het Zuid-Limburgse heuvelland

Het heuvellandschap van zuidelijk Zuid-Limburg is mooi en toeristisch. In de dorpen tref je erg veel hotels. Over de heuvels verspreid zie je altijd wel ergens een kasteel, een watermolen of zo’n grote vierkantsboerderij.

[8 oktober 2020] Bij de Eperheide ga ik de grens weer over om aan de andere kant langs de Voerstreek te rijden. Ik zie hier heel andere grenspalen dan aan de Duitse kant. Hier zijn het mooie gietijzeren grijsgeschilderde, taps toelopende, palen met het jaartal 1843 en een nummer erop. En ook een wapen.
De boerderijen zijn hier soms echt fantastisch mooi. Het zijn van die enorme bouwwerken met een binnenplaats en een hele hoge poort. Als ze open staan heb je zicht op een prachtige binnenplaats. Richting Teuven trof ik er eentje aan die helemaal vervallen was. Wat een mooie plek om foto’s te maken! Helaas: hekken eromheen en verboden toegang.
Weer terug de heuvels op richting Slenaken en daarna een stukje over de grens fietsend, via Ulvend, de Belgische Voerstreek weer in.

In het Zuid-Limburgse heuvelland
In het Zuid-Limburgse heuvelland

Dat stukje bij Ulvend is de enige plek waar ik aan de Zuid-Limburgse zuidgrens òp de grens heb gefietst. Deze grens heeft een totaal ander karakter dan de Nederlands oostgrens. Hier presenteert de grens zich niet als een rivier, een boerenweg of een houtwal. Afgezien van de gehuchten De Plank en Ulvend is geen sprake van woonomgevingen op de grens, dit geldt tot bij Withuis (wanneer je al bij de snelweg van Luik naar Maastricht bent en eigenlijk het heuvelland achter je hebt gelaten).

In het Zuid-Limburgse heuvelland
In het Zuid-Limburgse heuvelland

Je kunt met de auto, of ook met de fiets natuurlijk, een mooie dorpentocht maken vanaf Vaals naar Eijsden, waarbij je nooit meer dan een paar kilometer van de grens rijdt. Je zou vanaf Vaals door Epen, Slenaken, Noorbeek, Mheer en Sint Geertruid kunnen gaan zonder ook maar één maal de grens te passeren. Tussen Vaals en Eijsden is alleen bij Slenaken een ‘gewone weg’ die de grens overgaat. Alle andere wegen zijn stille, smalle heuvelweggetjes.
Voer je de route Vaals-Eijsden in op Google Maps, dan word je via Heerlen, Valkenburg en Maastricht geleid: 47 kilometer. Neem je de route door de genoemde dorpen dan is ‘t slechts 31 kilometer. En wat ook mogelijk is: de route zuidelijk van de landsgrens door de gemeente Plombières en de Voerstreek naar Eijsden: ook 31 kilometer!

De grenspalen tussen België en Nederland zijn precies evenveel als dat er dagen in een jaar zijn: 365. De afpaling van de grens begint met grenspaal nummer 1 op het Drielandenpunt in Vaals en eindigt met grenspaal nummer 365 in het Zwin net onder Cadzand-Bad in Zeeuws-Vlaanderen. Het zijn gietijzeren palen, voorzien van in reliëf zwartgeschilderde wapenschilden van België en Nederland, het jaartal 1843 en het paalnummer.

Op de grens bij Ulvend
Op de grens bij Ulvend

Tussen de gietijzeren palen werden ook hardstenen hulpstenen of tussenstenen geplaatst. Deze grensstenen zijn kleiner dan de gietijzeren palen en staan op plaatsen waar een landweg de grens kruist, op plekken waar de grens op zeer korte afstand van elkaar een hoek maakt of ze staan op gelijke afstand tussen ver uit elkaar staande grenspalen.
De vormgeving van de gietijzeren palen stond vast in de voorschriften: obeliskvormige gietijzeren palen, rustend op een achthoekige cementen sokkel en bekroond met een gestileerde dennenappel, versierd met de wapens van de koninkrijken België en Nederland en met het volgnummer en het jaartal 1843 (het jaar waarin de grens werd vastgesteld). De ‘hulpstenen’ van blauw hardsteen bestaan uit een ruw behakte voet van 45 centimeter hoog met daarop een 80 centimeter hoog taps toelopend bovenstuk afgewerkt met een piramidion.
De kegelvormige ijzeren palen wegen 372 kilo en zijn geplaatst in een cementen voetstuk van 70 centimeter. De totale lengte van de paal is volgens het bestek zonder topstuk 230 centimeter, waarvan de kegel of het obeliskvormige deel met de wapenschilden 130 centimeter hoog is, de bekroning meet 17 centimeter.

Bij Ulvend richting het dal naar de Voerstreek
Bij Ulvend richting het dal naar de Voerstreek

Bij de grensovergangen bij Kuttingen, ten noorden van Teuven, en in Ulvend fietste ik langs de grenspalen. Bij de Voerstreek ben ik zuidelijk van de grens gebleven: de grens zelf is in dit gebied moeilijk te volgen en is strikt genomen als ‘grens’ niet heel betekenisvol. Veel grenspalen staan in het bos, tussen landerijen en op andere plekken waar je naartoe kunt wandelen. Grenspaalzoekers hebben ze allemaal gefotografeerd en zo zie je ze op meerdere websites terug.

Vooral de vierkantshoeves zijn idyllisch en typerend voor deze streek. Dit type boerderij stamt uit de 18e eeuw. De bouw, met een afsluitbare poort, biedt veel bescherming. Er is dan ook wel geopperd, dat deze bescherming vooral tegen de Bokkerijders gold, de Limburgse roversbenden uit dezelfde tijd.
In Plaat, ietsje zuidelijk van Epen, staat een hele mooie vierkantsvakwerkhoeve: Dorphof. In een boerderij vlakbij Slenaken, de Hoeve Groenendaal, kun je zelf een accommodatie huren. Hoeve de Peul in Noorbeek is ook een mooie en in gebruik voor groepsaccommodatie.
Ietsje ten noorden van Slenaken kom je langs de Helenahoeve, eveneens een mooie vierkantshoeve. Daar maakt en verkoopt men ijs.

Gebruikte informatie
* Dorpstraat 21, grenspalen
* Grenspalen Belgisch-Nederlandse grens
* Slenaken
* Noorbeek
* Epen
* Mheer (wikipedia)
* Vierkantshoeve, wikipedia
* Hoeve Groenendaal:
* De Helenahoeve