[8 oktober 2020] Ietsje verderop rijd ik over het complex waar de Maas een vijftal (of meer) meters naar beneden klettert. En aan de andere kant begint een totaal ander stuk fietsen. Aan de westelijke oever van de Maas heb ik een aardig aantal kilometers voor me. Maar.. ik heb de wind in de rug! En het is een heerlijk fietspad. Na een aantal kilometers kijk ik naar de overkant: naar het terrasje in Eijsden waar ik een uurtje geleden nog koffie zat te drinken.

Op de strook Belgisch land waar ik nu fiets, tussen de Maas en het Albertkanaal, ligt een oud dorpje: Ternaaien, uhh.. Lanaye dus. In de Voerstreek, hoewel ietsje zuidelijker, is de taal Nederlands. Maar hier is het wel echt Frans.
Ik passeer de grote sluis waar de schepen van het Albertkanaal naar de Maas kunnen; een verval van volgens mij wel zo’n 10 meter. Toch is het een vreemd gebied: een enorm complex van waterwerken, aan de andere kant de heuvels rondom de St. Pietersberg.

Pal zuidelijk van de grensovergang bij voormalig Fort Navagne kom je bij de waterkrachtcentrale die over de Maas heen is gebouwd. Deze centrale van het bedrijf EDF Luminus is de grootste waterkrachtcentrale van België. De centrale produceert energie voor 60.000 huishoudens. De plek waar de Maas als grensrivier begint is 200 meter noordelijk van dit complex. Hier loopt ook de weg met de naam Rue des Cimetiers, ‘Weg der begraafplaatsen’: een fietspad tussen ijzeren hekken door.
Aan de andere zijde van de brug begint een mooie fietsroute naar het noorden langs de Maas.

Het is een vreemd stuk land, deze strook land tussen de Maas en het Albertkanaal. Deze laatste begint in Luik en loopt door tot de Schelde bij Antwerpen. Als je hier fietst, heb je dat echter nog niet in de gaten; je ziet het alleen op de kaart. Ietsje verderop is de landstrook niet breder dan beide waterwegen bij elkaar.
Naar het noorden toe is de streek over de hele lengte bebouwd en gaat door Lixhe, Nivelle en loopt door tot Lanaye. De strook land heeft lang bij Vlaams Limburg gehoord maar is bij de herindelingen van 1963 bij Luik ingedeeld, toen de Voerstreek juist de andere kant op ging. Lanaye was tot dan Ternaaien, Lixhe heette Lieze. Visé, het eerste echte stadje als je België in rijdt, heet in het Nederlands Wezet.
Fiets je over het fietspad langs de Maas, dan heb je eigenlijk nooit zicht op het Albertkanaal.
De Maas is een stille rivier. De vrachtschepen gaan allemaal over het Albertkanaal. Met het zicht op de heuvels en de bochten van de rivier heb je zomaar een buitenlandgevoel.
In Ternaaien lijkt het alsof je over de hoge brug over het Albertkanaal zult gaan, maar op de top kun je noordelijk weer naar beneden, langs de oostoever van het kanaal, en rijd je naar het gigantische sluiscomplex.

Deze sluizen vormen de verbinding tussen de Maas en het Albertkanaal. Het is een kanaal van nog geen 2 kilometer lengte.
Het kanaal was in eerste instantie de verbinding met het Kanaal Luik-Maastricht. Dit kanaal liep pal langs de Maas tot in het hart van Maastricht. In de jaren ‘60 is het gedempt. Je schrikt je rot als je leest wat in de eerste helft van de 19e eeuw in Maastricht allemaal is afgebroken ten behoeve van het graven van dit kanaal. Zelfs twee oude stadspoorten zijn verloren gegaan!
De sluis overbrugt zo’n 14 meter en ligt op de plek waar vroeger een grote meander in de Maas was.
Deze loop van deze oude meander heeft nog tot 2018 de grens bepaald, hoewel van deze meander al lang geen sprake meer was. (Zie het navolgende verhaal.)
Gebruikte informatie
* EDF Luminus, hydroelectricity
* Sluizen van Ternaaien, wikipedia
* Kanaal van Ternaaien, wikipedia
* Lanaye/Ternaaien, wikipedia