150. Obbicht

In de nacht van 5 op 6 oktober 1568 lagen de meeste bewoners van Obbicht te slapen, toen ze rond middernacht wakker werden door een steeds maar toenemend lawaai. Toen ze gingen kijken wat er aan de hand was zagen ze iets dat ze als de meest spectaculaire gebeurtenis in hun leven zouden gaan beschouwen. Een leger onder leiding van prins Willem van Oranje, bestaande uit ongeveer 23.000 voetknechten en 9000 ruiters, trok door het dorp naar de oevers van de Maas.

[3 november 2020] Verder naar het noorden kom ik na een paar kilometer bij Obbicht aan waar, dichtbij de Maas, aan de zuidkant Kasteel Obbicht te zien is.
Vlakbij het kasteel staat een klein monumentje dat herinnert aan de oversteek van Willem van Oranje in de 16e eeuw. Willem van Oranje had z’n intrek genomen in het kasteel van Obbicht.

Op de Maaskade zie ik nog een informatiebord dat vertelt, dat Obbicht in 1643 totaal is verzwolgen door de Maas: 500 doden.
Richting Grevenbicht tref ik weer enorme zandputten en drukke bedrijvigheid van zandwinning. Ik rijd bij de Maas in de buurt om het dorp heen, langs de Kingbeek. Voorbij Illikhoven kan ik via een nieuwe brug over een laaggelegen uiterwaard van de Maas naar een gehuchtje genaamd Visserweert. Een apart plekje. Een klein gehucht, met een straatje met kleine huisjes (nota bene beschermd dorpsgezicht). Het ligt in een ver weggestopt gebied, onder de dijk waar je niet verder door kunt rijden: je moet gewoon terug.

De Maas bij Obbicht
De Maas bij Obbicht

Toen het leger aankwam bij de Maas in 1568 gingen veel ruiters de rivier in om met hun paarden de stroom van de Maas te breken. Vervolgens werd vanaf beide oevers een brug gebouwd om alle andere soldaten en het veldgeschut droog naar de overkant te brengen. Dit alles ging zo goed en snel dat ’s morgens vroeg rond een uur of acht het hele leger voor de poorten van het dorp Stokkem, aan de andere kant van de Maas, stond.

De heersende Spanjaarden wilden het land, tegen de afvalligen van de Roomse leer, weer terug in de oude christelijke leer brengen. Willem van Oranje had zich in Dillenburg teruggetrokken en startte van daaruit het verzet. Met een groot leger kwam hij uit het oosten. De kasteelheer van Obbicht steunde Willem, hij was namelijk al een paar broers verloren aan de Spaansen. Ze waren onthoofd in opdracht van Alva die namens Filips II de landvoogd der Nederlanden was.

In april 1568 trok een geuzenleger richting Roermond. Alva maakte het onmogelijk om bij Maastricht of Luik over te steken. Hij wilde alle opstanden neerslaan en liet in Brussel enkele leiders onthoofden. De kasteelheer van Obbicht, Karel van Bronckhorst, tipte Willem: steek de Maas over bij mijn kasteel. Deze oversteek lukte dan ook in de nacht van 5 op 6 oktober.

Aan de overkant van de Maas hield Stokkem de poorten gesloten en Alva werd op de hoogte gesteld van de oversteek. Willem van Oranje gunde zijn troepen enkele dagen rust alvorens verder te trekken. Dit betekende dat de dorpen rond Stokkem te lijden hadden van de plundertochten van het soldatenvolk.
De veldtocht van Willem van Oranje mislukte uiteindelijk jammerlijk. Vooral door geldgebrek, een zwakke strategie en het uitblijven van de steun van de bevolking moest Willem zich tenslotte terugtrekken naar Duitsland, waar hij in 1569 het leger moest ontbinden.

Kasteel Obbicht
Kasteel Obbicht

Het op 1 juli 1999 door Kroonprins Willem-Alexander onthulde monument herinnert aan de spectaculaire overtocht over de Maas. Het was één van de belangrijkste wapenfeiten uit het beginjaar van de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spaanse bezetting van de Nederlanden door Filips II. Het monument stelt de Poort van de Vrijheid voor, als aansporing tot verzet tegen onderdrukking. De Spaanse veldheer Alva vergeleek het leger van de Prins met een vlucht wilde ganzen. Vandaar de naam van het monument.

Het kasteel Obbicht, net ten zuiden van het dorpje, is niet het kasteel van vroeger. Het is een landhuis uit het einde van de 18e eeuw. Het is gebouwd op de plek van het voormalige voorhof van het oorspronkelijke kasteel. De contouren van het oude kasteel zijn in de kasteeltuin nog te herkennen.

Vijfenzeventig jaar na de oversteek van Willem van Oranje, in 1643, trof het dorp Obbicht een ramp: het werd volledig verwoest bij een overstroming. Hierbij bereikte de Maas haar hoogste waterpeil in eeuwen en ook in de eeuwen daarna zou de Maas nooit meer een dergelijk hoge waterstand bereiken. De omvang van de waterafvoer wordt geschat op 3.600 m³/s, meer dan 15 keer zoveel als de gemiddelde afvoer van de Maas. Het dorp werd op 15 januari na een dijkdoorbraak geheel weggespoeld, waarbij mogelijk meer dan 500 doden vielen. In het nabijgelegen Elsloo verdween een geheel kasteel in de golven. Bij heel laag water in de Maas zijn daarvan nu nog de restanten zichtbaar.

Obbicht lag ten tijden van de overstroming verder naar het westen, waar nu het natuurgebied Negenoord ligt (in hedendaags België). De Maas boog vroeger onder Kasteel Obbicht naar het westen af, liep tussen Stokkem en Obbicht naar het noorden en draaide bij Dilsen weer naar het oosten.

Parallel aan de Maas stroomt langs en door de dorpen Obbicht en Grevenbicht de Kingbeek, die zo’n 7 kilometer lang is. Het beekje, met daarnaast populieren en knotwilgen, bepaalt het landschap. De grachten rondom het kasteel van Obbicht worden gevoed door de Kingbeek waar vroeger een watermolen stond. De watermolen in Grevenbicht (een 17e eeuwse molen) boven de Kingbeek is nog steeds in het dorp aanwezig. Er is nu een klein café in gevestigd.

Gebruikte informatie
* Lesbrief over de oversteek van Willem van Oranje in 1568
* Overstroming van de Maas (1643)
* Obbicht, Wikipedia
* Kingbeek, Wikipedia
* Grevenbichtermolen, Wikipedia
* Visserweert, Wikipedia