De Pater Sangersbrug is vernoemd naar Pater Willem Sangers, die streed voor verbondenheid tussen Belgisch en Nederlands Limburg. Midden op de 150 meter lange brug wordt het gevisualiseerd met een kunstwerk, en in woorden staat het eronder: ‘Twee Limburgen, één volk’.

[3 november 2020] Verder noordwaarts volg ik de bordjes naar Maaseik; ze staan overal, het is net alsof Maaseik ‘the place to be’ is. Je komt eerst nog in Roosteren, een klein dorp met aan weerszijden van de weg bebouwing. Roosteren is net zo’n verstild dorpje als de eerdere dorpen waar ik was, heel authentiek en sfeervol, maar zonder ‘mooi’ te zijn.
Deze weg door Roosteren steekt de Maas en dus de grens over en gaat richting Maaseik. Aan de oostzijde van de brug, in Nederland dus, een groot vervallen en dichtgetimmerd gebouw met nog de oude neonletters op de muur die verwijzen naar de nachtclub die hier vroeger zat. Ik vermoed dat dit daarvoor het douanegebouw is geweest. Op de brug is in de leuning een mooi kunstwerk geïntegreerd, waarin symbolisch handen geschud worden. Beeldend.
Ik steek hier de grens over: kijken in Maaseik. Maaseik is vroeger een vestingstadje geweest. Van de wallen is niets over, maar het stadje zelf is absoluut bekoorlijk.

Sinds 1888 is bij Maaseik sprake van een vaste oeververbinding over de Maas. Vóór 1888 was sprake van een veerpont. De eerste vaste brug was erg mooi, met prachtige kandelaars met lantaarns aan zowel de Belgische als de Nederlandse kant van de brug. Deze lantaarns zijn in 1894 gemaakt door de firma Van Aerschot uit Antwerpen. De lantaarns werden gevoed door de stedelijke gasfabriek van Maaseik.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is de brug afgesloten geweest met een driedubbele versperring van prikkeldraad waarvan de middelste onder elektrische spanning werd gezet. Deze versperring is nagenoeg langs de hele Nederlandse grens aangebracht en beter bekend als ‘De Dodendraad’.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog was de brug ineens een hele belangrijke. Bij de capitulatie in november 1918 vertrok een deel van de, in België gelegerde, Duitse bezettingsmacht over deze brug, door Nederlands Limburg naar huis. De brug was onderdeel van de kortste route via het smalste stukje van Limburg naar Duitsland. De Nederlandse regering stemde toe in een doortocht van de Duitsers, mits ze hun wapens inleverden. Oude foto’s laten het beeld zien van verslagen Duitse militairen die gedisciplineerd hun wapens inleveren. Zo’n 100.000 Duitse soldaten zijn rond 13 november 1918 over de brug terug naar de Heimat teruggelopen.

De burg werd helaas in de Tweede Wereldoorlog twee keer opgeblazen, in 1940 door de Belgische troepen en later in 1944 door de Duitse troepen. Na de oorlog kwam er een pontonbrug als tijdelijke verbinding. In 1952 werd de huidige brug geopend. Tot de opening van de Scharbergbrug bij Stein in 1973, waarover de snelweg A76 loopt, was dit de enige brug tussen Nederlands en Belgisch Limburg. Vanaf 1973 wordt de brug dus vooral door regionaal en lokaal verkeer gebruikt.
Aan beide zijden van de brug staan nog de grote gebouwen die vroeger dienst deden als douanekantoor. Aan de Nederlandse kant een statig, hoog gebouw, daterend van het begin van de 20e eeuw. Een gebouw dat een betere toekomst verdient dan het recente verleden èn de waarschijnlijke toekomst in de praktijk: het staat er verlaten en bouwvallig bij, straalt nog de sfeer van de afgelopen decennia uit, waarin het een erotische club (Club Bridge Inn) is geweest. Het webplatform GeenStijl trof het pand in 2016 als ‘te koop’-staand aan: ‘Voor de betere erotiekbeleving in een fraai pand met ruime parkeergelegenheid achterlangs. Deze investering verdient zichzelf in no time terug. Discreet gelegen, zodat de klanten in alle rust kunnen relaxen met de aanwezige dames.’
Er is verder nauwelijks informatie te vinden over de vorige levens van dit in de omgeving zo markante gebouw. Misschien is dit pand in het verleden een horecapand geweest. Tegenover het oude douanekantoor stond tot 2002 een ander gebouw, waarin een bordeel gevestigd was. Dat gebouw brandde in 2002 helemaal af. Aan de Belgische kant huist in één van de vroegere douanegebouwen een makelaarsbedrijf.

Over de brug, aan de Belgische kant, steek je de straat over en ben je direct in het centrum van Maaseik. Het stadsplein heeft allure, met een fraai stadhuis waar ik het carillon hoor klinken. Maaseik was vroeger een vestingstad, het heeft een rijke geschiedenis met rijkdom en armoede en heel wat wisselingen van de macht en oorlogen. In de 18e eeuw speelden de Bokkenrijdersbenden een grote rol. Doordat de stad relatief hoog ligt heeft Maaseik weinig te lijden (gehad) van overstromingen.
Het is direct erg ‘on-Nederlands’ hier; de Belgen zijn erg goed in het combineren van schoonheid met een aparte vorm van smoezeligheid. Bij de Albert Heijn heb ik een paar broodjes gekocht en op het stadsplein opgegeten. Jan van Eyk, en natuurlijk ook zijn broer Hubert, zijn waarschijnlijk geboren in Maaseik. Jan van Eyk werd rond 1390 geboren. Zowel bij geboortejaar als -plaats staat echter nog een vraagteken: het is wel héél erg lang geleden. In de 15e eeuw was Van Eyk de beroemdste schilder in Europa.
Gebruikte informatie
* Burgemeesters Maaseik en Echt-Susteren onderstrepen onduidelijkheid grens soap
* Artikelen over de Maasbrug, website Patrijshonden (+ en deze link)
* Douanekantoor Maaseik afgebroken
* Het oude douanegebouw bij de Maas, dichtgetimmerd
* Pater Sangersbrug
* L1mburg Centraal: Eerste Wereldoorlog: Duitsers huiswaarts via Limburg
* Website met foto’s van/over de brug tussen Roosteren en Maaseik
* Maaseik, Wikipedia