Sluis ontstond omstreeks 1260. De stad heeft haar ontstaan èn haar teloorgang te danken aan het verzanden van het Zwin. Sluis kwam tot bloei toen de rechtstreekse verbinding met de zee van de belangrijke handelsstad Brugge geblokkeerd werd door verzanding. Sluis werd de belangrijkste voorhaven van Brugge.
[8 november 2020] En dan, via Heille, verder naar het noorden. Ik fiets over een brede oude kreek, de Stierskreek. En langs een mooi opgeknapt ‘hofje’, vroeger een verdedigingsbolwerkje: de Kruisdijkschans. Daarna over een polderweg naar Sluis.
Het is geleidelijk middag geworden. Het is zondag en het is aardig warm en zonnig; uitzonderlijk aangenaam voor een novemberdag. Er zijn steeds meer zondagsfietsers om me heen.

En dan rijd ik Sluis in. Het is hartstikke druk in Sluis. Het is natuurlijk een geweldige toeristische hotspot, deze oude vestingstad. Dit is samen met Hulst het mooiste stadje van Zeeuws-Vlaanderen. Het is een beetje een surreële gewaarwording. Er zijn héél veel mensen op straat, flanerend, slenterend. Bij alle horecabedrijven zijn stalletjes buitengeplaatst en kun je koffie en andere dingen krijgen. Tegelijkertijd: je kunt nergens zitten. Dat mag namelijk niet. Je mag niet met meer dan twee mensen tegelijk zijn: corona!
In Sluis tref ik een sfeervol centrum, maar niet zoveel historische bebouwing. Het Belfort – het enige in Nederland! – in het centrum is bijzonder. Sluis heeft op dezelfde wijze als Hulst een perfect gerestaureerd stelsel van vestingwallen met poorten.
De grootste blikvanger van Sluis is het stadhuis, dat als enige in Nederland is voorzien van een belfort, een versterkte toren met vier hoektorentjes. Het stadhuis werd in 1390, naar het voorbeeld van de belforten in Gent en Brugge, als symbool van de stedelijke vrijheid gebouwd. In 1944 liep het gebouw zware schade op, waarna het in 1956 werd herbouwd. De raadzaal wordt afgesloten door een 18e-eeuws smeedijzeren hek dat afkomstig is uit het stadhuis van Middelburg. De toren (142 treden) biedt een weids uitzicht over het Zeeuws landschap.

In 1290 kreeg het dorp stadsrechten en door haar strategische ligging werd de stad in 1382 een vestingstad. In 1340 vond in de monding van het Zwin de Slag bij Sluis plaats, die de opmaat tot de Honderdjarige Oorlog vormde. In 1385 werd gestart met de bouw van het Kasteel van Sluis, dat tijdens de Franse inval in 1794 zwaar beschadigd werd en in 1820 definitief werd gesloopt.
In 1430 trouwde Filips de Goede met Isabella van Portugal in Sluis: zo belangrijk was Sluis dus in de eerste helft van de 15e eeuw! De bloeitijd van Sluis duurde tot ongeveer 1450, waarna verval intrad ten gevolge van…. de verdere verzanding van het Zwin.
Ook tijdens de Tachtigjarige Oorlog speelde Sluis een belangrijke rol als vestingstad. In 1587 veroverde de hertog van Parma de stad. In 1603 vond een Zeeslag bij Sluis plaats. De Spaanse bezetting duurde tot 1604, toen de Spanjaarden de stad verlieten waarna Maurits van Nassau (de latere prins van Oranje) de stad in bezit kreeg. Uit deze episode stamt het verhaal van Jantje van Sluis (waarvan een beeldje in de toren van het belfort). Jantje was de klokkenluider. Hij had wat te diep in het glaasje gekeken en was vergeten de klok te stellen. De klok sloeg niet en daardoor waren de Spanjaarden volledig van slag en durfden de aanval niet in te zetten. Jantje werd de held!
De aantrekkingskracht van Sluis kwam na de Tweede Wereldoorlog kwam vooral voort uit het feit dat de winkels op zondag geopend waren (en natuurlijk nog zijn). De opening op zondag begon al in 1908. Dit had te maken met het feit dat, ten gevolge van de toenmalige Franse secularisatiepolitiek, de kloosters geen onderwijs meer mochten geven. De congregaties weken naar België en Nederland uit. In Sluis werd een zeer groot internaat gesticht. Veel jongens uit België en Frankrijk genoten daar hun onderricht. In het weekend kwam de familie op bezoek hetgeen voor grote drukte zorgde en leidde tot het openstellen van de winkels op zondag.
Hierdoor heeft Sluis, ondanks dat het slechts zo’n 2500 inwoners heeft, een groot winkelbestand. Sluis is in Zeeland de winkelstad met het grootste aantal meters hoofdwinkelstraat, waar natuurlijk heel veel kopers uit België (dat maar op één kilometer afstand ligt) op af komen. De stad kent meerdere restaurants, waaronder tot eind 2013 ‘Oud Sluis’, het driesterrenrestaurant van topkok Sergio Herman. In 2011 behaalde Oud Sluis de 11e plaats op een ranglijst van beste restaurants ter wereld. Sergio’s broer, die vroeger gastheer was bij Oud Sluis, runt hier nu een horecagelegenheid.
Jaarlijks bezoeken zo’n 5 miljoen mensen Sluis.

In het centrum van Sluis staat een borstbeeld van Johan Hendrik van Dale, die in 1828 in Sluis geboren is en er zijn hele leven woonde. Van Dale is vooral bekend als naamgever van het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, beter bekend als de Dikke Van Dale.
Van Dale was hoofdonderwijzer aan de openbare school in zijn geboorteplaats. Vanaf 1857 was hij stadsarchivaris, deed onderzoek naar de geschiedenis van zijn geboortestreek en schreef leerboeken over taal- en spraakkunst.
In 1867 vroeg de uitgeverij Thieme hem om de eerste druk van het Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal uit 1864 te herzien, omdat er inmiddels een nieuwe spelling was aanvaard. Het bewerken van het woordenboek voltooide hij in vier jaar tijd, zij het dat hij vanaf februari 1869 hulp kreeg van zijn oud-leerling Jan Manhave. Van Dale stelde hoge eisen aan zijn werk: ‘Het schrijven van een Woordenboek is een ondankbaar, een verdrietig werk. Is er veel, dat men heeft opgenomen of verbeterd, er is nog veel meer, dat men vergeten heeft, dat de aandacht ontsnapt is en alzoo onverbeterd is gebleven.’
De werkzaamheden verkeerden in de laatste fase — de eerste afleveringen waren al verschenen — toen Van Dale in mei 1872 op 44-jarige leeftijd overleed aan de pokken. Het woordenboek was in manuscript gereed tot de letter Z. Het werd voltooid door Manhave.
Twee jaar na Van Dale’s dood verscheen het eerste complete exemplaar, en dus de tweede druk van het Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal. De naam ‘Van Dale’ was inmiddels een begrip geworden en vanaf de vierde druk verscheen zijn achternaam in de titel van het woordenboek. Bij de zevende druk was elk woord in het woordenboek opnieuw herzien. Met het werk van Van Dale had de inhoud sindsdien niets meer te maken, maar zijn naam bleef in titel gehandhaafd.
Gebruikte informatie
* Sluis, Wikipedia
* Kruisdijkschansk, Wikipedia
* Belfort te Sluis, Wikipedia
* Johan Hendrik van Dale, Wikipedia